Vrijdag 9 oktober heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan en ontstaat meer duidelijkheid; het kindgebondenbudget wordt, volledig, bij de draagkracht van de ontvangende ouder opgenomen.
Hierbij een overzicht van de diverse berekeningen. Voor vragen neem gerust contact op. Het blijft complex en maatwerk blijft mogelijk; het is aan de ouders zolang maar duidelijkheid wordt gegeven en de ouders een goed overzicht hebben in de diverse opties.
Een kindgebondenbudget is een inkomensafhankelijke toeslag voor de kosten van de kinderen.
Tot januari 2015 werd dit kindgebondenbudget in mindering gebracht op het totaal aan kosten van de kinderen. De eigen bijdrage van de ouders werd hiermee verminderd. De bijdrage in de kosten van de kinderen werd hierdoor lager.
De ouder, waar de kinderen niet stonden ingeschreven, ontving een vaste belastingkorting indien zijn/haar bijdrage voor de kosten van de kinderen hoger was dan € 136,- per maand.
De ouder waarbij de kinderen stonden ingeschreven ontving een belastingkorting; de alleenstaande ouderkorting en mogelijk een aanvullende alleenstaande ouderkorting.
Deze belastingvoordelen hadden invloed op de draagkracht van de ouders voor het bepalen van de bijdragen in de kosten levensonderhoud van hun kinderen.
Per januari werden de kindregelingen hervormd. De vaste aftrek voor de kinderalimentatie, en belastingkortingen voor de alleenstaande ouder komen te vervallen.
Hiervoor in de plaats komt een alleenstaande ouderkop bij het te ontvangen kindgebondenbudget. Deze aanvulling is afhankelijk van het belastbaar inkomen.
De expertgroep alimentatienormen heeft als advies gegeven het volledig bedrag aan kindgebondenbudget (dus inclusief de alleenstaande ouderkop) in mindering te brengen op de kosten van het levensonderhoud van de kinderen.
In sommige gevallen had dit tot gevolg dat de niet verzorgende ouder geen bijdrage hoefde te betalen in de kosten levensonderhoud van zijn/haar kinderen.
Hierdoor ontstaat dan wel, vaak, een ruimte voor het betalen van partneralimentatie. Wat dan weer gevolgen had voor het te ontvangen kindgebondenbudget, dat afhankelijk is van het belastbaar inkomen!
In mijn praktijk heb ik diverse rondrekeningen gemaakt voor de ouders die ik, in mediation, in mijn praktijk begeleide.
Zij ontvingen van mij de berekeningen zoals de expertgroep het heeft voorgesteld. Daarnaast werd een berekening gemaakt waarbij werd afgeweken van deze methode en het volledige kindgebondenbudget werd opgenomen in de draagkracht van de ouder die dit kindgebondenbudget heeft ontvangen.
De bedragen duizelden soms voor hun ogen, het was te belangrijk om te bespreken. Beide methodes hebben invloed op de partneralimentatie, het te ontvangen kindgebondenbudget en de leencapaciteit voor het verkrijgen van een hypotheek!
Daarbij is het in de praktijk ook zo dat de duur van de partneralimentatie en de duur van de kinderalimentatie niet vaak gelijk zijn.
Bij een Co Ouderschap werd tevens een berekening gemaakt wat de gevolgen waren indien de ouders meerdere kinderen hebben en bij ieder van de ouders een kind werd ingeschreven.
Complex maar alle situaties moesten wel besproken worden!
Afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad meer duidelijkheid gegeven. Het kindgebondenbudget (inclusief de alleenstaande ouderkop) komt volledig in de draagkracht van de ouder die dit budget ontvangt. Hierdoor zal de kinderalimentatie hoger worden en (indien van toepassing) de partneralimentatie lager.
Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.