Een schenking ontvangen van je (schoon)ouders blijft dat een feestje? De onbedoelde effecten bij een scheiding zijn niet altijd even duidelijk.

In mijn praktijk kom ik, met steeds meer regelmaat, partijen tegen waarbij één van beide een schenking heeft ontvangen, onder uitsluiting, welke is gebruikt ter aflossing van de hypotheek of ter verkrijging van de woning. Geweldig natuurlijk, maar als je uit elkaar gaat; blijft het dan fijn?

Voorbeeld

Frits en Anja zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben samen een woning. De woning is aangeschaft voor € 350.000,- , Frits en Anja zijn samen eigenaar en zijn ook samen aansprakelijk voor de hypothecaire lening. De hypotheek is € 325.000,-.

De ouders van Frits hebben vermogen en gebruik gemaakt van de vrijstelling van schenking (een vrijgestelde schenking ter aflossing van een eigenwoninglening in 2014). Zij hebben Frits een bedrag van € 100.000,- geschonken onder uitsluiting. De hypotheek werd verlaagd tot € 225.000,-.

In 2015 hebben Frits en Anja besloten uit elkaar te gaan.

De waarde van de woning is € 475.000,- geworden. De overwaarde op de woning is € 250.000,-. Dit is de eigenwoningreserve waarmee rekening moet worden gehouden bij de verdeling. Ieder heeft een eigenwoningreserve van € 125.000,-. De schuld en eigendomsverhouding is niet aangepast nadat er een schenking heeft plaatsgevonden en ze zijn nog steeds in gemeenschap van goederen gehuwd.

Frits heeft een vordering op het gemeenschappelijk vermogen. Doordat Frits met privé vermogen de hypotheek heeft afgelost, ontstaat een vergoedingsrecht waarop de beleggingsleer van toepassing is. Een beleggingsleer waarbij rekening wordt gehouden met de waarde van het pand bij aanvang van de hypotheek; € 350.000,- en de waarde op de datum van verdeling van het vermogen; € 450.000,-. Een vergoeding van € 100.000,- x € 450.000,-/€ 350.000,- = € 128.571,-.

Anja ontvangt hierdoor € 60.714,-. Indien Anja een nieuwe woning gaat aanschaffen zou zij, fiscaal gezien, de eigenwoningreserve; € 125.000,- moeten investeren bij aanschaf van de eigen woning. Fiscaal gezien hebben Anja en Frits een eigen woningreserve van € 125.000,- (50% van de overwaarde van € 250.000,-). In de praktijk heeft Frits € 189.286,- en Anja € 60.714,-.

Anja zal voor de aankoop van de nieuwe woning een lening moeten aangaan waarbij voor € 64.286,- de hypotheekrente niet aftrekbaar is. Fiscaal bestaat een eigenwoningreserve van € 125.000,-, in de praktijk heeft zij € 60.714,-.

Daartegenover staat dat Frits een bedrag van € 64.286,-,- ontvangt dat hij vrij mag besteden; hij heeft een, fiscale, eigenwoningreserve van € 125.000,- en € 189.286,- beschikbaar.

Fiscale gevolgen

Het is een vreemde manier waarop deze schenking, fiscaal gezien, in de scheidingspraktijk moet worden verwerkt. Mijns inziens is dit een scheve uitvoering van de regelgeving en niet de bedoeling van de wetgever en al zeker niet van de schenkende ouders of ontvangende kinderen. Op deze manier wordt de niet ontvangende partner behoorlijk benadeeld. Er is nog geen duidelijkheid hoe hiermee om te gaan indien partijen het eens zijn dat de eigenwoningreserve in een andere verhouding dan de 50/50 verhouding kan worden toegepast in de toekomst. Indien partijen dit wel wensen is het voorleggen aan de inspecteur misschien een optie.

Vergoedingsrecht op deze investering

Daarbij is het nog niet altijd duidelijk dat het vergoedingsrecht op een investering die gebruikt wordt als aflossing van een hypotheek anders wordt berekend in een vergoedingsrecht dan een investering in een verbouwing van een huis. Bij een verbouwing wordt rekening gehouden met de waarde op het moment van investeren; bij een aflossing op een hypotheek wordt rekening gehouden met de waarde van het pand op het moment van aangaan van de hypotheek.

Met veel verbazing heb ik ontdekt dat de uiteindelijke verhouding van de eigenwoningreserve ook echt gelijk moet blijven en de uiteindelijke schuldverhouding, voor de nieuwe woning, scheef wordt getrokken en een van beide een lening heeft waarvan de rente, gedeeltelijk, niet aftrekbaar is en de ander een vermogensbestanddeel heeft verkregen uit schenking ter verkrijging eigen woning waarvan 50% niet hoeft te worden besteed aan de eigen woning na scheiding.

Het kan een manier zijn om vermogen over te dragen aan een kind en liquide bij een kind te krijgen, hopelijk is dat niet de inzet van de schenkende ouders.