Behoefte van de jong meerderjarige; hoe bepaal je deze?
Geplaatst op: 12-08-2019
Aantal keer bekeken: 7544

Het vaststellen van de financiële behoefte voor jong meerderjarigen.

Het vaststellen van deze behoefte is in de praktijk lastig. Jong meerderjarigen zijn 18 tot 21-jarigen. Met name bij een scheiding is dit een bron van discussie. Wordt rekening gehouden met de werkelijke kosten, wordt de WSF-norm gehanteerd of de NIBUD-tabellen? Het bepalen van de behoefte blijft maatwerk. Tijdens mediation is het mogelijk hier samen uit te komen.

De onderhoudsplicht voor jong meerderjarigen is vastgesteld in artikel 1:395 a BW. Deze onderhoudsplicht is ongeacht het feit of een jong meerderjarige behoeftig is of niet (1:392 lid 2 BW). Hierdoor is het eigen inkomen of een studiefinanciering niet van invloed op de behoeftigheid. Uit de rechtspraak blijkt toch dat dit niet altijd wordt gevolgd.

Hieronder behandel ik, kort, twee uitspraken. Er zijn veel uitspraken te vinden waarbij dit standpunt wordt gehanteerd; zo zullen er ook uitspraken zijn waarbij een anders standpunt wordt gehanteerd.

Uit rechtspraak blijkt dat rekening wordt gehouden met de eigen inkomsten van de jong meerderjarige. Het inkomen dient dan wel een constant inkomen te zijn:

RECHTBANK OVERIJSSEL 27-06-2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:2728

De rechtbank gaat uit van de meer gebruikelijke DUO-richtlijnen voor een HBO-student voor het bepalen van de behoefte.

Sommige inkomsten worden alsbehoefte verlagend aangemerkt. Daarbij kan gedacht worden aan zorgtoeslag, structurele eigen inkomsten en (een basisbeurs) de aanvullende beurs. Die laatste twee vormen een gift, of kunnen dat worden indien binnen de diplomatermijn van 10 jaren een diploma wordt gehaald (prestatiebeurs). Zowel voor de gift als de prestatiebeurs geldt dat deze als behoefte verlagend worden aangemerkt omdat van een student in redelijkheid mag worden verlangd dat binnen de genoemde termijn een diploma wordt gehaald. De basislening, de aanvullende lening en het collegegeldkrediet moeten wel altijd worden terugbetaald, zodat deze niet worden aangemerkt als behoefte verlagend.

Dat de inkomsten constant/structureel moeten zijn kunt u zien in onderstaande uitspraak, het gaat hierbij om een MBO-student.

HOF ARNHEM 28-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2858

Het hof gaat hierbij uit van aansluiting op de WSF-normen voor een MBO-student voor het bepalen van de behoefte.

De basisbeurs en aanvullende beurs zal het hof daarop in mindering brengen omdat niet is gesteld of gebleken dat de student deze zal moeten terugbetalen (vanwege haar prestatiebeurs). De zorgtoeslag zal het hof eveneens als behoefte verlagend aanmerken omdat de jongmeerderjarige uit de WSF-norm ook de ziektekosten wordt geacht te voldoen. In deze casus worden de bijverdiensten niet opgenomen ter vermindering van de behoefte van de jong meerderjarige; deze bijverdiensten worden niet als structureel beschouwd.

In de meeste uitspraken wordt de WSF-norm gehanteerd. De basisbeurs, de aanvullende beurs en de zorgtoeslag wordt geacht behoeft verlagend te zijn.

Niet studerende jong meerderjarigen

Voor niet studerende jong meerderjarigen is het bepalen van de behoefte lastiger. Ook hier zijn diverse uitspraken over te vinden. Soms wordt de WSF-norm gehanteerd, er zijn ook uitspraken waarbij de NIBUD-tabellen worden gehanteerd (Hoven Amsterdam, Den Bosch en Arnhem). Daarentegen zijn er ook uitspraken van de Hoge Raad waarin wordt geoordeeld dat geen aansluiting kan worden gezocht in de NIBUD-tabel.

Een goed overleg is hierbij van belang om er samen uit te komen.

Standpunt expertgroep Alimentatie

De expertgroep Alimentatie heeft in het rapport alimentatienormen 2019 opgenomen dat voor het bepalen van de behoefte van de jong meerderjarige studerende kinderen kan worden aangesloten bij de WSF-norm. De student kan hierbij aantonen dat hij/zij een hoger budget nodig heeft. Daarnaast wordt rekening gehouden met de aanspraken die een student heeft op studiefinanciering; basisbeurs, de basislening, een aanvullende beurs en collegegeld krediet. In de richtlijnen van de expertgroep Alimentatie wordt de basisbeurs en de aanvullende beurs als behoefte verlagend opgenomen.

Ook voor niet studerende meerderjarige wordt in deze normen verwezen naar de WSF-norm, waarop in de studiekosten in mindering worden gebracht.

De WSF-norm houdt, bij hoger onderwijs, geen rekening met een verschil tussen uit- en thuiswonende studenten. Advies hierin is dat de behoefte wordt verlaagd met een bedrag ter hoogte van de gemiddelde basishuur (€ 226,-).

Het te ontvangen bedrag aan zorgtoeslag wordt als behoefte verlagend beschouwd.

Hoe in de praktijk?

Over de behoefte van jong meerderjarige kan gediscussieerd worden. Iedere situatie is anders. In onze praktijk is het altijd prettig dat ouders (en jong meerderjarigen) hier samen uitkomen door een goed overleg met elkaar.

Natuurlijk kunnen partijen in een procedure verwachten een gelijk te halen. Procedures kunnen lang duren, daarbij zijn de kosten vaak hoog. Deze uitgaven kunnen beter worden besteed aan de kinderen net als de energie die deze procedures kosten. Dit is vaak ook een bijdrage aan het geluk van de kinderen. Buiten dat het een voorbeeld is hoe samen om te gaan met dit soort discussies.

Reacties

Reageer

(Je e-mailadres hebben we wel nodig, maar wordt niet gepubliceerd.)
Je naam:
E-mailadres:
Website:
Je reactie:


6 maal 4
Voer het resultaat in a.u.b.

Meer artikelen in deze categorie

28
juli
2021

Verdeling overwaarde gemeenschappelijke woning na verrekening van inbreng uit privévermogen.

In de praktijk komt het vaak voor dat partijen ongehuwd samenwonend zijn en een woning in gemeenschappelijk eigendom hebben.
Daarbij zie ik ook regelmatig een investering in de gemeenschappelijke woning uit privévermogen. Het blijft vaak onduidelijk voor partijen. Hoe om te gaan met deze investeringen?
En, niet in deze uitspraak van toepassing, hoe om te gaan met een structurele bijdrage in de hypotheeklasten van een woning welke in eigendom is bij een van de partijen en de woning niet onder het gemeenschappelijk eigendom valt.
11
febr
2020

Partneralimentatie: Een tijdelijk financieel vangnet

In mijn praktijk als mediator met een financieel/fiscale achtergrond wordt veel over Euro’s gesproken. Geld is een belangrijk onderwerp bij scheiding. Onzekerheid is daarbij een belangrijke drijfveer; kom ik wel rond met hetgeen ik meekrijg of kom ik wel rond als ik dat allemaal moet betalen in het kader van levensonderhoud kinderen of ex partner?
10
febr
2020

Erkenning en gezag over het kind, vaak ontstaat hier onduidelijkheid over.

In de praktijk zie ik veel stellen die niet gehuwd of geregistreerd partner zijn; samenwoners. Als deze samenwoners kinderen hebben is een vast onderwerp erkenning en het gezag over het kind.
Vaak wordt aangegeven dat alles is geregeld. Bij navraag blijkt dat het gezag nog niet is aangevraagd. Erkenning wordt wel geregeld maar het gezag? Dat wordt vaak vergeten. Het gezag aanvragen is tegenwoordig heel simpel en kan zelfs on-line. U heeft hier geen advocaat voor nodig.
Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?
13
juni
2019

Aftrekbeperking partneralimentatie wat kan dit voor gevolgen hebben?

De scheidingspraktijk blijft altijd in beweging. In december 2018 werd het belastingplan aangenomen in de Eerste Kamer. Een regeling met gevolgen voor partijen na scheiding.
Recent is de herziening in de partneralimentatie aangenomen in de Eerste Kamer. Een beperking in de looptijd van de partneralimentatie.

 

14
jan
2019

Aanpassing behoefte tabel kinderen in tremanormen geeft verlaging van de kinderalimentatie

Voorstel Wet Herziening Partneralimentatie wordt spoedig door de Eerste Kamer behandeld. Het streven is deze wetgeving per januari 2020 in te laten gaan.
Per januari 2019 zijn de tremanormen aangepast. Daar wordt weinig over geschreven terwijl dit toch een behoorlijke impact kan hebben.
16
aug
2018

Hogere BTW en aanpassing inkomstenbelasting; wat zijn de gevolgen voor de koopkracht?

In onze praktijk komt de vraag meestal in verband met de partneralimentatie. De betalende partij geeft aan dat de alimentatie omlaag kan omdat de aftrek wordt beperkt. De ontvangende partij geeft aan dat de behoefte hoger wordt omdat de boodschappen duurder worden. 

Zeker na het artikel op nos.nl waarin de kop duidelijk is en veel onrust teweeg brengt; ‘Hogere BTW kost huishoudens volgend jaar 300 euro extra’. Jammer dat er dan met een zin in het artikel aandacht wordt besteed aan de overige aanpassingen waardoor de koopkracht wel vooruit gaat.

02
aug
2018

Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning

Het blijft een item dat niet genoeg besproken kan worden. Het gaat nog steeds regelmatig niet goed. De belastingdienst neemt een standpunt in waar geen rekening mee wordt gehouden. Dat kan worden voorkomen door het convenant op een juiste manier op te stellen. De belastingdienst ziet te vaak dat belastingplichtigen zich hier niet voldoende bewust van zijn; en adviseurs van belastingplichtigen ten tijde van de scheiding ook niet! 

30
juni
2018

Wordt de wetgeving inzake aanpassing duur partneralimentatie nu echt aangepast?

Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer. 

08
juni
2018

Aftrekbeperking partneralimentatie 2019?

De laatste maanden krijgen wij steeds meer vragen omtrent de voorstellen aanpassing aftrekbaarheid partneralimentatie. Ik hoor mensen al zeggen dat de aftrekbaarheid wordt geminimaliseerd en dat de ontvangende partij minder belasting hoeft te betalen waardoor alimentatie omlaag kan. Vergeten wordt dan dat de heffingskorting deze verlaging weer kunnen compenseren. Het regeerakkoord kabinet Rutte III heeft zeker wel gevolgen voor mate van aftrek partneralimentatie. Daarnaast heeft het regeerakkoord invloed op het besteedbaar inkomen en de draagkracht.