Help! De aftrekbaarheid wordt geminimaliseerd,hoor ik vaak. De ontvanger hoeft minder belasting te betalen, de alimentatie kan omlaag. Dat de heffingskorting deze aftrekbeperking kunnen compenseren wordt vaak vergeten. Het regeerakkoord kabinet Rutte III heeft zeker wel gevolgen voor mate van aftrek partneralimentatie. Het regeerakkoord heeft ook invloed op het besteedbaar inkomen en de draagkracht. Het Nibud heeft hiervoor berekeningen gemaakt. Uit deze berekeningen blijkt dat alleen een beperkt aantal mensen die een AOW uitkering ontvangen met een aanvullend pensioen daadwerkelijk in koopkracht (iets) inleveren. Het lijkt erop dat een ieder een vooruitgang in de koopkracht zal hebben.
Het is daarbij natuurlijk ook afhankelijk van de consumptie; niet iedereen leeft conform de Nibud normen. Voor het volledige rapport van de Nibud kijk hier.
Betaalde partneralimentatie kan, als persoonsgebonden aftrek, in mindering worden gebracht op het belastbaar inkomen. Het maximale fiscaal voordeel is 51,95%.
Voor alle aftrekposten (dus ook bijvoorbeeld hypotheekrente) komt een geleidelijke afbouw waardoor de belastingaftrek wordt beperkt.
In 2019 is het plan de aftrek te beperken tot maximaal 49%, waarbij een afloop volgt tot 2023 met een aftrek tot 37%.
Belastingschijven worden beperkt tot twee schijven.
Heffingskortingen worden, als compensatie, aangepast. Aanpassingen worden ook doorgevoerd met het oog op de verhoging van het lage BTW tarief (van 6% naar 9%).
Het zijn voorstellen waarbij nog niet alles duidelijk is. Een werkelijke inkijk in de gevolgen kunnen wij pas geven zodra alles duidelijk is. Het alleen varen op verlaging van de aftrekbaarheid en niet de verlaging van de schijven, aanpassing van de heffingskortingen en de BTW verhoging meenemen is wat kort door de bocht. Deze aanpassingen zullen werkelijk de draagkracht én aanvullende behoefte van de alimentatieplichtige en gerechtigde beïnvloeden. Zie hiervoor het rapport van de Nibud.
Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.