Berekeningswijze Partneralimentatie wordt aangepast per januari 2023

november 2022
Bij de berekening van de draagkracht bij kinderalimentatie wordt rekening gehouden met een forfaitaire woonlast van 30% van het netto besteedbaar inkomen van de ouders.
Voor de partneralimentatie werd rekening gehouden met de werkelijke woonlasten van partijen. Dit gaat per januari 2023 veranderen. De Rechters gaan per 1 januari 2023 deze nieuwe normen ook voor de berekening van de partneralimentatie hanteren. 

De huidige situatie

In de berekening zoals deze op dit moment, 2022, wordt toegepast komt het wel eens voor dat een van de partijen geen ruimte heeft voor het bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de kinderen (kinderalimentatie) maar wel ruimte had om bij te dragen in kosten levensonderhoud van de ex-partner (partneralimentatie).

Daarnaast is het vaak lastig om de werkelijke woonlasten te bepalen. In de situatie dat partijen de scheiding nog niet volledig hebben geregeld is er, vaak, nog geen duidelijk inzicht in de nieuwe woonlasten van beide partijen. Vaak is de woning nog niet verkocht of overgedragen. Bij deze berekeningen wordt nu vaak uitgegaan van aannames van de nieuwe woonlasten. Dit altijd in overleg tussen partijen omdat partijen die bij ons aan tafel zitten vaak nog redelijk met elkaar kunnen overleggen.

De investering in de nieuwe woning staat vaak ter discussie. Eigen vermogen inbrengen heeft tot gevolg dat er meer ruimte is voor het bijdragen in de vorm van partneralimentatie.

Wat gaat er veranderen per januari 2023?

Vanaf januari 2023 wordt, voor de berekening van de draagkracht, rekening gehouden met een woonbudget. Dit woonbudget wordt vastgesteld op 30% van het netto besteedbaar inkomen. De berekeningsmethodiek wordt op deze manier gelijkgesteld.

Dat deze berekeningsmethodiek soms onredelijk uitpakt is bekend. Soms komen de werkelijke woonlasten aanzienlijk hoger uit. Degene die zich hierop beroept dient dan zelf aan te tonen dat de lasten niet-verwijtbaar of niet-vermijdbaar zijn. Te denken valt aan de situatie waarbij partijen afspreken bij elkaar in de buurt te blijven wonen in verband met een Co-Ouderschap. Dit zien wij in de praktijk regelmatig, voor het bepalen van de draagkracht voor de kinderalimentatie wordt rekening gehouden met deze forfaitaire woonlast. In mediation zijn partijen in overleg met elkaar en komen partijen hier vaak samen uit.

Er blijft ruimte voor maatwerk indien er een te lage ruimte voor draagkracht is of indien de woonlasten aanzienlijk hoger zijn dan het forfaitaire bedrag.

De expertgroep adviseert de nieuwe aanbevelingen toe te passen in zaken die na 1 januari 2023 op zitting worden behandeld en waarbij de ingangsdatum van de (gewijzigde) alimentatie op of na 1 januari 2023 ligt. 

Heeft u al vragen? Neem gerust contact op.