Inkomensafhankelijke Combinatiekorting

Update 30 januari 2024
In de praktijk zien we steeds vaker een meer gelijke zorgverdeling voor de kinderen. Co Ouderschap wordt dan vaak als term gebruikt. Is Co Ouderschap alleen een benoeming voor een 50/50 verdeling of kunt u een verdeling van 40/60 ook een Co Ouderschap noemen?
Ouders vragen vaak advies inzake de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dit is een belastingkorting (bij inkomen uit arbeid) van maximaal € 2.961,- (2024) indien u de zorg voor een kind hebt voor gemiddeld drie dagen per week.

Bij een andere verdeling dan 50/50 kan dit een discussie worden met de belastingdienst. Voor meer duidelijkheid heb ik twee uitspraken van Gerechtshoven besproken en een uitspraken van de Hoge Raad.

Fiscaal gezien kan een meer gelijke verdeling invloed hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze combinatiekorting is een heffingskorting voor de inkomstenbelasting. De eerste eis om voor deze combinatiekorting in aanmerking te komen is dat het kind minimaal 6 maanden hetzelfde adres als de belastingplichtige staat ingeschreven. Het kind dient dan bij aanvang van het kalenderjaar jonger dan 12 jaar zijn. Artikel 8.14 a Wet inkomstenbelasting 2001.

Bij een Co Ouderschap kun u voor deze combinatiekorting aanmerking komen indien u voor drie dagen, of meer, de zorg heeft voor een kind dat jonger is dan 12 jaar. Bij de belastingdienst is Co Ouderschap dus ook van toepassing bij een omgang van 3 om 4 dagen per week. Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 artikel 44b.

Aanpassingen vanaf 2025

De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt uitgefaseerd. Er geldt een overgangsregeling. Voor ouders met een of meer kinderen die geboren zijn of worden vóór 1 januari 2025 blijft de regeling namelijk gelden. In 2024 wordt de IACK verhoogd tot € 2.961 ( 2023: € 2.694 en 2022: € 2.534) en het startinkomen tot € 6.073,- (2023 € 5.547 en 2022: € 5.220). Het opbouwpercentage blijft ongewijzigd.

Standpunt kennisgroep Belastingdienst Bird nesting en inkomensafhankelijke combinatiekorting 16-01-2024

Ondanks het verblijf op hetzelfde adres met de kinderen wordt dit wel gezien als twee verschillende huishoudens  en wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting aan beide ouders toegewezen. 

Hierbij wordt verwezen naar  de toelichting op de ministeriële regeling van 20 december 2001: "In bepaalde gevallen van co-ouderschap kan worden afgeweken van de voorwaarde dat het kind in de basisadministratie persoonsgegevens op hetzelfde woonadres staat ingeschreven als belastingplichtige. Dit betreft met name de situatie dat een kind tegelijkertijd tot het huishouden van beide, niet samenwonende, co-ouders behoort."

De ouders vormen dan ook niet gezamenlijk een huishouden met de kinderen. Op het moment dat één van beide ex-partners de woning van belastingplichtige betrekt, vormt diegene een zelfstandig huishouden met de kinderen. Aangezien de ouders niet tegelijkertijd bij de kinderen in de woning verblijven, is sprake van twee afzonderlijke huishoudens. Het maakt in deze situatie dus niet uit dat de ouders het huishouden met de kinderen voeren in dezelfde woning, zolang beide ouders maar afzonderlijk een huishouden voeren met de kinderen. Dit is ook in lijn met doel en strekking van de co-ouderschapsregeling voor de IACK.

Lees hier het volledige standpunt van de kennisgroep.

Hoge Raad 30-09-2022

Uit het door de man aangeleverde overzicht blijkt dat gedurende meer dan zes maanden wordt voldaan aan de voorwaarde dat de kinderen ten minste 3 gehele dagen, bij de man verbleven. HR: Het is niet nodig is dat het kind gedurende het hele kalenderjaar doorgaans ten minste 3 gehele dagen per week bij de man heeft verbleven. Voldoende dat dit ‘doorgaans verblijf’ gedurende ten minste de helft van het jaar plaatsvond, waarbij het niet om een aaneengesloten periode behoeft te gaan.

Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad 

De Hoge Raad heeft in cassatie op onderstaande uitspraak van het Hof Den Haagt uitspraak gedaan op 29 janauri 2021

In deze uitspraak is de verblijfseis duidelijk geformuleerd. Drie gehele dagen is 3 x 24 uur. Lees hierbij de uitspraak van De Hoge Raad 

Het Gerechtshof Den Haag heeft hier ook een uitspraak over gedaan op 10 maart 2020.

In deze uitspraak gaat het over de definitie “hele dagen”. De belastingdienst stelt een criterium op “drie gehele dagen per week”. In deze zaak was het verblijf van dekinderen p een of meer dagen van 7:30 of 9:00 uur tot 19:30 uur. Het kind had minimaal 18 dagdelen moeten doorbrengen bij de andere ouder. De rechtbank overweegt ook dat een gehele dag 24 uur is. In deze casus werd de inkomensafhankelijke combinatiekorting toegekend. Voor de omgang en meer informatie verwijs ik naar Uitspraak Gerechtshof Den Haag.

Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden heeft een uitspraak gedaan op 27 maart 2019.

Resultaat is dat u recht heeft op een inkomensafhankelijke combinatiekorting indien een kind de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder woont óf een kind minimaal 3 dagen per week bij de ene ouder woont en minimaal 3 dagen per week bij de andere ouder. In de casus waarin deze uitspraak is gedaan was het kind de ene week 2 dagen bij zijn vader en de andere week 4 dagen. Deze vader heeft, volgens het Hof (en de inspecteur van de Belastingdienst) geen recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Voor meer informatie verwijs ik naar Uitspraak Gerechtshof Arnhem.

Hoge Raad

Er is beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden van 27 maart 2019 ingesteld. Het beroep in cassatie wordt gegrond verklaard. De uitspraak van het Hof en de Rechtbank wordt vernietigd.

In deze omgangsregeling was de dochter de ene week 2 dagen bij haar vader en de andere week 4 dagen. Het Gerechtshof heeft beoordeeld dat partijen hierbij niet voldoen aan de eis dat het kind minimaal 3 dagen per week bij de andere ouder is. Het Gerechtshof heeft daarin miskent dat in het tweewekelijkse schema wordt voldaan aan de eis dat de dochter doorgaans minimaal drie gehele dagen per week in elk van beide huishoudens verblijft. Eveneens wordt betwist dat het Gerechtshof een week bij zaterdag start. Een periode van 7 dagen kan op elke willekeurige dag aanvangen.

De Hoge Raad oordee lt dat aan het criterium dat beide ouders de zorg voor de kinderen gelijkelijk verdelen wordt voldaan indien het kind minimaal 3 tot 3,5 dag per week verblijft in het huishouden van de andere ouder. De Hoge Raad erkent dat de omgangsregeling (2 om 4 dagen bij de vader) voldoet aan de eis dat beide ouders de zorg voor de kinderen gelijkelijk verdelen al in artikel 8.14 en artikel 8.15a lid 1 en letter b van de Wet inkomstenbelasting 2001 is bedoeld.

Benoemd wordt dat niet kan worden uitgegaan van een jaargemiddelde in het verblijf van het kind bij een ouder. Het verblijfsschema moet bestendig en regelmatig zijn voor de beoordeling of het kind tot de huishouding behoort.

Door deze uitspraak van de Hoge Raad wordt de toepassing van de inkomensafhankelijke combinatie korting soepeler ingesteld. De toetsing van het dagen criterium mag over twee weken worden gedaan.