In mijn praktijk komt het regelmatig voor dat partners uit elkaar willen maar dat de woning een groot struikelblok is. Hoe moeten ze hiermee verder; wat zijn de alternatieven? Een woning is een groot bezit en vaak ook een hoge schuld!
Ellen en Peter kwamen bij mij, Ellen wil, samen met de kinderen, in de woning blijven wonen. In afwachting van het aantrekken van de woningmarkt met de hoop de restschuld te verminderen en (misschien wel) wat winst te maken. Peter is het daar helemaal mee eens. Daarbij is het voor de kinderen nog wel zo fijn als zij hun eigen kamers en omgeving bij hun moeder nog even behouden. “Er verandert al zoveel in hun levens” is het standpunt van Peter en Ellen.
Na de scheiding en nadat Peter op een ander adres staat ingeschreven zijn zij geen fiscaal partner meer. Peter en Ellen blijven wel samen eigenaar van de woning en samen aansprakelijk voor de hypothecaire lening. Dit kan fiscale gevolgen hebben.
Het ontslag voor de hoofdelijke aansprakelijkheid kan (nog) niet worden geregeld. Als Ellen meer uren kan krijgen op haar werk is de kans nog steeds klein.
Peter stelt de helft van zijn woning beschikbaar voor bewoning van Ellen en de kinderen. De woning wordt, fiscaal gezien, voor Peter nog maximaal 24 maanden aangemerkt als eigen woning in box 1 voor de inkomstenbelasting.
Voor Ellen heeft dit tot gevolg dat het eigenwoning forfait volledig bij haar zal worden bijgeteld bij haar belastbaar inkomen. Peter blijft de volledige hypotheekrente betalen, zijn eigen deel maar ook het deel van Ellen. Zijn eigen deel (50%) van de hypotheekrente zal hij als hypotheekrente eigen woning kunnen verantwoorden in zijn aangifte inkomstenbelasting. Het deel van Ellen (haar 50%) kan hij in de aangifte verantwoorden als fictieve partneralimentatie.
Ellen zal, fiscaal gezien, haar deel van de hypotheekrente ook in de aangifte verantwoorden. Het lijkt dat ze hierdoor kosten heeft gemaakt voor de eigen woning, daartegenover staat een fictief ontvangen partneralimentatie ter hoogte van haar 50% van de hypotheek die Peter namens haar heeft voldaan. Peter heeft hierdoor toch 100% van de betaalde hypotheekrente in mindering op zijn belastbaar inkomen kunnen brengen. Bij Ellen gaat dit fiscaal neutraal.
Na afloop van de 24 maanden, vervalt het recht van hypotheekrente aftrek voor Peter. De woning gaat voor hem (met 50% van de waarde) naar box 3 en wordt belast als vermogensbestanddeel. Daartegenover staat dat ook 50% van de hypotheek naar box 3 wordt verplaatst. Peter en Ellen hebben in het convenant afgesproken dat Ellen het verlies van dit fiscale voordeel zal compenseren indien de woning over 24 maanden nog in hun bezit is en zij nog in de woning woont.
Er zijn duidelijke afspraken gemaakt waarin diverse scenario’s zijn vastgelegd. Peter en Ellen gaan nu heel goed met elkaar om en kunnen alles bespreken. Om toekomstige discussies te voorkomen is zoveel mogelijk vastgelegd in het convenant. Duidelijkheid geeft veel rust!
Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.