Verrekening van vermogen bij scheiding gaat niet altijd goed. Er zijn aandachtspunten!
Geplaatst op: 15-02-2018
Aantal keer bekeken: 4484

Verdeling en verrekening van vermogen bij scheidingen gaat vaak niet helemaal zoals partijen dat wensen. Overeenstemming wordt wel snel bereikt. Dat de Belastingdienst daar ook een bepaalde gedachte bij heeft, wordt vaak vergeten.

Regelmatig zie ik dat pensioenen en lijfrenten worden verrekend met de overwaarde van een huis of het spaargeld.

Uitleg en begeleiding is dan heel belangrijk. Een lijfrente of pensioen is vaak opgebouwd door middel van een inleg waarbij een belastingvoordeel is behaald (bruto inleg of een aftrek inkomstenbelasting bij een lijfrente premie). Dat het vermogen ooit tot uitkering komt waarbij een belasting wordt geheven wordt vaak duidelijker als je deze toelichting geeft.  

Stap 1 verrekening en verdeling

Dat het vermogen in lijfrente of pensioen (met deze latente belastingclaim) wordt toegedeeld aan één van beiden en wordt verrekend komt vaak voor. Dat is ook allemaal mogelijk. Belangrijk is dan om dat ook goed vast te leggen in een convenant zodat partijen (en de boekhouder) dat veel later (bij de aangifte inkomstenbelasting) ook nog weten en weten hoe ze hiermee om moeten gaan.

Stap 2 misverstanden

Groot misverstand is dat een pensioen (dat bij de werkgever is opgebouwd) bij het vermogen van partijen behoort. In het kader van 1:94 BW is vastgesteld dat pensioenaanspraken niet tot het te verdelen vermogen behoren.

De toedeling/verrekening van een vermogen in de vorm van een lijfrente of pensioen kan aftrekbaar en belastbaar zijn voor partijen, artikel 6.3 lid 1 Wet IB 2001 onderdeel d en artikel 3.102 lid 3 onderdeel b Wet IB 2001. Bij degene die het belastingvrije vermogen (spaargeld/overwaarde woning) ontvangt volgt een bijtelling op het inkomen ter hoogte van het deel waarvan wordt afgezien. Bij degene die het belastbare vermogen (pensioen en lijfrente) ontvangt volgt een belasting aftrek op het inkomen.

Stap 3 afwikkeling en aangifte inkomstenbelasting

De laatste tijd komen steeds meer uitspraken waarbij de afwikkeling van de verrekening van dit soort vermogen, belastingtechnisch, niet goed is gegaan. Bij heel veel aangiften inkomstenbelasting gaat dit fout (40%) en dat kan voorkomen worden! Het is altijd een tegenvaller voor één van de partijen die een blauwe envelop ontvangen met een acceptgiro. De belastingdienst kan van mening zijn dat de overwaarde van de woning of het spaargeld een belaste verkrijging is. Deze aanslagen inkomstenbelasting kunnen oplopen blijkt wel uit recente uitspraken. Hof Den Bosch december 2017

Stap 4 hoe moet het dan?

Dit kan men voorkomen. In het jaar van verrekening kan men opteren voor fiscaal partnerschap (art. 2.17, lid 7 Wet IB 2001), waardoor de man en de vrouw de bijtelling op grond van art. 3.102, lid 3 Wet IB 2001 en de aftrekpost op grond van art. 6.3, lid 1, onder d Wet IB 2001 beide aan de vrouw hadden kunnen toedelen, waardoor het geheel fiscaal neutraal kan verlopen. Wel dient rekening te worden gehouden met een mogelijke heffing voor de Zorgverzekeringswet (in mijn praktijk wordt daarvoor vaak de afspraak gemaakt dat deze heffing 50/50 wordt gedragen). Een kleine kanttekening in het convenant en even opletten bij de aangifte inkomstenbelasting en een hoop fiscale ellende (en zorgen) kan worden voorkomen.

In deze bijlage ontvangt u een kleine uitwerking. 

Reacties

febr
15
2018
2:39 PM Alies
Als er een pensioen is opgebouwd in een pensioenfonds via de werkgever en er wordt bij de verdeling rekening gehouden met de contante waarde, is dit dan juist? Of moet er dan ook rekening gehouden worden met een latente belastingschuld?
Beantwoord door: Anne-Marie van Doorn (15-02-2018 4:10 PM)
Alies, pensioen dat is opgebouwd via de werkgever valt niet onder het te verdelen vermogen. Dit wordt onder de Wet verevening Pensioenrechten geregeld. Je kunt van deze regelgeving afwijken en op een andere manier tot verdeling van het pensioen overgaan. In principe is de regel dat je 50% van het opgebouwde pensioen, ten tijde van het huwelijk, deelt. Als je daar van afwijkt is dat geen probleem. Hou daarbij wel de bewoording en omschrijving in het convenant goed in de gaten. Het is mogelijk dat de belastingdienst dit gaat zien als afkoop van pensioenrechten.

Reageer

(Je e-mailadres hebben we wel nodig, maar wordt niet gepubliceerd.)
Je naam:
E-mailadres:
Website:
Je reactie:


8 maal 5
Voer het resultaat in a.u.b.

Meer artikelen in deze categorie

28
juli
2021

Verdeling overwaarde gemeenschappelijke woning na verrekening van inbreng uit privévermogen.

In de praktijk komt het vaak voor dat partijen ongehuwd samenwonend zijn en een woning in gemeenschappelijk eigendom hebben.
Daarbij zie ik ook regelmatig een investering in de gemeenschappelijke woning uit privévermogen. Het blijft vaak onduidelijk voor partijen. Hoe om te gaan met deze investeringen?
En, niet in deze uitspraak van toepassing, hoe om te gaan met een structurele bijdrage in de hypotheeklasten van een woning welke in eigendom is bij een van de partijen en de woning niet onder het gemeenschappelijk eigendom valt.
11
febr
2020

Partneralimentatie: Een tijdelijk financieel vangnet

In mijn praktijk als mediator met een financieel/fiscale achtergrond wordt veel over Euro’s gesproken. Geld is een belangrijk onderwerp bij scheiding. Onzekerheid is daarbij een belangrijke drijfveer; kom ik wel rond met hetgeen ik meekrijg of kom ik wel rond als ik dat allemaal moet betalen in het kader van levensonderhoud kinderen of ex partner?
10
febr
2020

Erkenning en gezag over het kind, vaak ontstaat hier onduidelijkheid over.

In de praktijk zie ik veel stellen die niet gehuwd of geregistreerd partner zijn; samenwoners. Als deze samenwoners kinderen hebben is een vast onderwerp erkenning en het gezag over het kind.
Vaak wordt aangegeven dat alles is geregeld. Bij navraag blijkt dat het gezag nog niet is aangevraagd. Erkenning wordt wel geregeld maar het gezag? Dat wordt vaak vergeten. Het gezag aanvragen is tegenwoordig heel simpel en kan zelfs on-line. U heeft hier geen advocaat voor nodig.
Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?
12
aug
2019

Behoefte van de jong meerderjarige; hoe bepaal je deze?

Het vaststellen van deze behoefte is in de praktijk lastig. Jong meerderjarigen zijn 18 tot 21-jarigen. Met name bij een scheiding is dit een bron van discussie. Wordt rekening gehouden met de werkelijke kosten, wordt de WSF-norm gehanteerd of de NIBUD-tabellen? Het bepalen van de behoefte blijft maatwerk. Tijdens mediation is het mogelijk hier samen uit te komen.
13
juni
2019

Aftrekbeperking partneralimentatie wat kan dit voor gevolgen hebben?

De scheidingspraktijk blijft altijd in beweging. In december 2018 werd het belastingplan aangenomen in de Eerste Kamer. Een regeling met gevolgen voor partijen na scheiding.
Recent is de herziening in de partneralimentatie aangenomen in de Eerste Kamer. Een beperking in de looptijd van de partneralimentatie.

 

14
jan
2019

Aanpassing behoefte tabel kinderen in tremanormen geeft verlaging van de kinderalimentatie

Voorstel Wet Herziening Partneralimentatie wordt spoedig door de Eerste Kamer behandeld. Het streven is deze wetgeving per januari 2020 in te laten gaan.
Per januari 2019 zijn de tremanormen aangepast. Daar wordt weinig over geschreven terwijl dit toch een behoorlijke impact kan hebben.
16
aug
2018

Hogere BTW en aanpassing inkomstenbelasting; wat zijn de gevolgen voor de koopkracht?

In onze praktijk komt de vraag meestal in verband met de partneralimentatie. De betalende partij geeft aan dat de alimentatie omlaag kan omdat de aftrek wordt beperkt. De ontvangende partij geeft aan dat de behoefte hoger wordt omdat de boodschappen duurder worden. 

Zeker na het artikel op nos.nl waarin de kop duidelijk is en veel onrust teweeg brengt; ‘Hogere BTW kost huishoudens volgend jaar 300 euro extra’. Jammer dat er dan met een zin in het artikel aandacht wordt besteed aan de overige aanpassingen waardoor de koopkracht wel vooruit gaat.

02
aug
2018

Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning

Het blijft een item dat niet genoeg besproken kan worden. Het gaat nog steeds regelmatig niet goed. De belastingdienst neemt een standpunt in waar geen rekening mee wordt gehouden. Dat kan worden voorkomen door het convenant op een juiste manier op te stellen. De belastingdienst ziet te vaak dat belastingplichtigen zich hier niet voldoende bewust van zijn; en adviseurs van belastingplichtigen ten tijde van de scheiding ook niet! 

30
juni
2018

Wordt de wetgeving inzake aanpassing duur partneralimentatie nu echt aangepast?

Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.