Een voorbeeld: Ahmed en Sonja hebben twee kinderen. De ouders van Sonja en Ahmed hebben het goed voor met hun kleinkinderen (Bart en Sophie) en hebben voor elk kind € 50.000,- gespaard. Wat tot gevolg heeft dat Bart en Sophie € 100.000,- aan spaargeld hebben, voor Bart en Sophie is een spaarrekening geopend op naam van Bart en Sophie.
Ahmed en Sonja besluiten dat zij niet langer als partners verder kunnen gaan. Zij maken mooie afspraken voor de scheiding en omtrent hun ouderschap zijn de afspraken en de gesprekken een voorbeeld voor een ieder die als ouder gaat scheiden.
Bart en Sophie zijn nog minderjarig. Ahmed en Sonja behouden het gezamenlijk gezag, hierdoor hebben zij samen het beheer over het vermogen van Bart en Sophie (bewindvoering). Zij moeten dit vermogen ook aangeven in hun eigen aangifte inkomstenbelasting. Dit vermogen van de kinderen wordt hierdoor gezien als het eigen vermogen van Ahmed en Sonja.
Ahmed en Sonja mogen het vermogen niet zomaar opnemen. Zij mogen het vermogen alleen gebruiken ten behoeve van Bart en Sophie en zullen dit op een verstandige manier moeten beheren. Ahmed en Sonja nemen in hun overeenkomst op dat zij ieder 50% van het vermogen van Bart en Sophie opnemen in hun aangifte inkomstenbelasting. Dit vermogen kan invloed hebben op de toeslagen waar Ahmed en Sophie mogelijk aanspraak op willen maken.
Het betreft hierbij een vermogen waar Ahmed, Sonja en de kinderen wel aan kunnen komen. Hierdoor wordt dit spaargeld niet gekwalificeerd als bijzonder vermogen en in de beoordeling opgenomen als vermogen. Dit voorkomt dat er een te hoog vermogen is voor het aanvragen van bijvoorbeeld het kindgebondenbudget en de zorgtoeslag. Het vermogen mag, voor deze toeslagen, niet hoger zijn dan € 106.941,- (2016, zonder toeslagpartner). Voor de zorgtoeslag geldt eenzelfde vermogenstoets. Voor de huurtoeslag geldt een lagere norm; € 24.437,-.
Indien het vermogen alleen door Sonja wordt verantwoord in haar aangifte; omdat het vermogen bijvoorbeeld hoofdzakelijk van haar ouders afkomstig is en alleen Sonja als gemachtigde op de rekening is benoemd. Heeft dit gevolgen voor het kindgebondenbudget. Dit budget wordt dan niet toegekend in verband met het vermogen. Dat kan een punt van discussie worden bij het berekenen van ieders kosten in levensonderhoud van de kinderen. Gelukkig hebben Sonja en Ahmed dit op een goede manier opgelost, door ieder 50% van het vermogen aan te geven.
Er zijn situaties waarbij de ouders een laag inkomen hebben en de bijdrage in kostenlevensonderhoud van de kinderen hoger wordt doordat het vermogen van de kinderen bij het vermogen van de ouders wordt opgeteld. De kinderen zijn vermogender dan de ouders; moeten de ouders dan hun maximale draagkracht voor de kosten levensonderhoud bijdragen? In mediation komen partijen daar vaak uit. In de Rechtspraak heb ik hier nog geen duidelijk standpunt in gevonden.
Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.