Wat te doen met het spaargeld van minderjarige kinderen?
Geplaatst op: 11-07-2016
Aantal keer bekeken: 6400

In mijn praktijk kom ik, met steeds meer regelmaat, ouders tegen waarvan de kinderen een klein vermogen op hun bankrekening hebben staan. Dit vermogen is vaak geschonken/verkregen van opa’s en oma’s. Goed bedoeld maar zijn er gevolgen voor de ouders?

Een voorbeeld: Ahmed en Sonja hebben twee kinderen. De ouders van Sonja en Ahmed hebben het goed voor met hun kleinkinderen (Bart en Sophie) en hebben voor elk kind € 50.000,- gespaard. Wat tot gevolg heeft dat Bart en Sophie € 100.000,- aan spaargeld hebben, voor Bart en Sophie is een spaarrekening geopend op naam van Bart en Sophie.

Ahmed en Sonja besluiten dat zij niet langer als partners verder kunnen gaan. Zij maken mooie afspraken voor de scheiding en  omtrent hun ouderschap zijn de afspraken en de gesprekken een voorbeeld voor een ieder die als ouder gaat scheiden.

Het vermogen van de minderjarige kinderen; wie heeft het beheer? 

Bart en Sophie zijn nog minderjarig. Ahmed en Sonja behouden het gezamenlijk gezag, hierdoor hebben zij samen het beheer over het vermogen van Bart en Sophie (bewindvoering). Zij moeten dit vermogen ook aangeven in hun eigen aangifte inkomstenbelasting. Dit vermogen van de kinderen wordt hierdoor gezien als het eigen vermogen van Ahmed en Sonja.

Welke afspraken moeten worden gemaakt voor de aangifte inkomstenbelasting? 

Ahmed en Sonja mogen het vermogen niet zomaar opnemen. Zij mogen het vermogen alleen gebruiken ten behoeve van Bart en Sophie en zullen dit op een verstandige manier moeten beheren. Ahmed en Sonja nemen in hun overeenkomst op dat zij ieder 50% van het vermogen van Bart en Sophie opnemen in hun aangifte inkomstenbelasting. Dit vermogen kan invloed hebben op de toeslagen waar Ahmed en Sophie mogelijk aanspraak op willen maken.

Heeft het vermogen invloed op toeslagen? 

Het betreft hierbij een vermogen waar Ahmed, Sonja en de kinderen wel aan kunnen komen. Hierdoor wordt dit spaargeld niet gekwalificeerd als bijzonder vermogen en in de beoordeling opgenomen als vermogen. Dit voorkomt dat er een te hoog vermogen is voor het aanvragen van bijvoorbeeld het kindgebondenbudget en de zorgtoeslag. Het vermogen mag, voor deze toeslagen, niet hoger zijn dan € 106.941,- (2016, zonder toeslagpartner). Voor de zorgtoeslag geldt eenzelfde vermogenstoets. Voor de huurtoeslag geldt een lagere norm;  € 24.437,-.

Wat als het vermogen ook invloed heeft op de verdeling van de kosten levensonderhoud van de kinderen (kinderalimentatie)?

Indien het vermogen alleen door Sonja wordt verantwoord in haar aangifte; omdat het vermogen bijvoorbeeld hoofdzakelijk van haar ouders afkomstig is en alleen Sonja als gemachtigde op de rekening is benoemd. Heeft dit gevolgen voor het kindgebondenbudget. Dit budget wordt dan niet toegekend in verband met het vermogen.  Dat kan een punt van discussie worden bij het berekenen van ieders kosten in levensonderhoud van de kinderen. Gelukkig hebben Sonja en Ahmed dit op een goede manier opgelost, door ieder 50% van het  vermogen aan te geven.

Er zijn situaties waarbij de ouders een laag inkomen hebben en de bijdrage in kostenlevensonderhoud van de kinderen hoger wordt doordat het vermogen van de kinderen bij het vermogen van de ouders wordt opgeteld. De kinderen zijn vermogender dan de ouders; moeten de ouders dan hun maximale draagkracht voor de kosten levensonderhoud bijdragen? In mediation komen partijen daar vaak uit. In de Rechtspraak heb ik hier nog geen duidelijk standpunt in gevonden. 

Reacties

Reageer

(Je e-mailadres hebben we wel nodig, maar wordt niet gepubliceerd.)
Je naam:
E-mailadres:
Website:
Je reactie:


6 maal 2
Voer het resultaat in a.u.b.

Meer artikelen in deze categorie

28
juli
2021

Verdeling overwaarde gemeenschappelijke woning na verrekening van inbreng uit privévermogen.

In de praktijk komt het vaak voor dat partijen ongehuwd samenwonend zijn en een woning in gemeenschappelijk eigendom hebben.
Daarbij zie ik ook regelmatig een investering in de gemeenschappelijke woning uit privévermogen. Het blijft vaak onduidelijk voor partijen. Hoe om te gaan met deze investeringen?
En, niet in deze uitspraak van toepassing, hoe om te gaan met een structurele bijdrage in de hypotheeklasten van een woning welke in eigendom is bij een van de partijen en de woning niet onder het gemeenschappelijk eigendom valt.
11
febr
2020

Partneralimentatie: Een tijdelijk financieel vangnet

In mijn praktijk als mediator met een financieel/fiscale achtergrond wordt veel over Euro’s gesproken. Geld is een belangrijk onderwerp bij scheiding. Onzekerheid is daarbij een belangrijke drijfveer; kom ik wel rond met hetgeen ik meekrijg of kom ik wel rond als ik dat allemaal moet betalen in het kader van levensonderhoud kinderen of ex partner?
10
febr
2020

Erkenning en gezag over het kind, vaak ontstaat hier onduidelijkheid over.

In de praktijk zie ik veel stellen die niet gehuwd of geregistreerd partner zijn; samenwoners. Als deze samenwoners kinderen hebben is een vast onderwerp erkenning en het gezag over het kind.
Vaak wordt aangegeven dat alles is geregeld. Bij navraag blijkt dat het gezag nog niet is aangevraagd. Erkenning wordt wel geregeld maar het gezag? Dat wordt vaak vergeten. Het gezag aanvragen is tegenwoordig heel simpel en kan zelfs on-line. U heeft hier geen advocaat voor nodig.
Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?
12
aug
2019

Behoefte van de jong meerderjarige; hoe bepaal je deze?

Het vaststellen van deze behoefte is in de praktijk lastig. Jong meerderjarigen zijn 18 tot 21-jarigen. Met name bij een scheiding is dit een bron van discussie. Wordt rekening gehouden met de werkelijke kosten, wordt de WSF-norm gehanteerd of de NIBUD-tabellen? Het bepalen van de behoefte blijft maatwerk. Tijdens mediation is het mogelijk hier samen uit te komen.
13
juni
2019

Aftrekbeperking partneralimentatie wat kan dit voor gevolgen hebben?

De scheidingspraktijk blijft altijd in beweging. In december 2018 werd het belastingplan aangenomen in de Eerste Kamer. Een regeling met gevolgen voor partijen na scheiding.
Recent is de herziening in de partneralimentatie aangenomen in de Eerste Kamer. Een beperking in de looptijd van de partneralimentatie.

 

14
jan
2019

Aanpassing behoefte tabel kinderen in tremanormen geeft verlaging van de kinderalimentatie

Voorstel Wet Herziening Partneralimentatie wordt spoedig door de Eerste Kamer behandeld. Het streven is deze wetgeving per januari 2020 in te laten gaan.
Per januari 2019 zijn de tremanormen aangepast. Daar wordt weinig over geschreven terwijl dit toch een behoorlijke impact kan hebben.
16
aug
2018

Hogere BTW en aanpassing inkomstenbelasting; wat zijn de gevolgen voor de koopkracht?

In onze praktijk komt de vraag meestal in verband met de partneralimentatie. De betalende partij geeft aan dat de alimentatie omlaag kan omdat de aftrek wordt beperkt. De ontvangende partij geeft aan dat de behoefte hoger wordt omdat de boodschappen duurder worden. 

Zeker na het artikel op nos.nl waarin de kop duidelijk is en veel onrust teweeg brengt; ‘Hogere BTW kost huishoudens volgend jaar 300 euro extra’. Jammer dat er dan met een zin in het artikel aandacht wordt besteed aan de overige aanpassingen waardoor de koopkracht wel vooruit gaat.

02
aug
2018

Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning

Het blijft een item dat niet genoeg besproken kan worden. Het gaat nog steeds regelmatig niet goed. De belastingdienst neemt een standpunt in waar geen rekening mee wordt gehouden. Dat kan worden voorkomen door het convenant op een juiste manier op te stellen. De belastingdienst ziet te vaak dat belastingplichtigen zich hier niet voldoende bewust van zijn; en adviseurs van belastingplichtigen ten tijde van de scheiding ook niet! 

30
juni
2018

Wordt de wetgeving inzake aanpassing duur partneralimentatie nu echt aangepast?

Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.