Voorstel herziening partneralimentatie 14 maart 2017
Geplaatst op: 20-03-2017
Aantal keer bekeken: 2209

 

In mijn praktijk, als mediator met een financieel/fiscale achtergrond, komen vaak partijen met de mededeling dat zij best alimentatie willen afspreken maar de alimentatie waar hij/zij recht op heeft of verplicht is tot betalen. Dat is altijd lastig te beantwoorden; welk recht heeft iemand? Er zijn richtlijnen en maxima vastgesteld en elke situatie is anders. Daarbij is het ook nog zo dat uit de praktijk blijkt dat een recht in het zuiden van ons land anders is dan een recht in het westen. Uitspraken geven dit aan; in het zuiden wordt regelmatig een alimentatieduur van 12 jaar uitgesproken, in het westen is de uitspraak voor het recht op alimentatie vaker korter. In de huidige wetgeving is ook opgenomen dat een bijdrage in kosten levensonderhoud kan worden toegekend aan de echtgenoot die niet voldoende inkomen heeft, noch zich in redelijkheid kan verwerven.  (artikel 157 lid 1 BW boek 1)

Wijziging van de regelgeving is al lang onderwerp van gesprek. Er zijn al diverse voorstellen gedaan voor aanpassing van deze wetgeving. Hieronder een uiteenzetting van de aanpassing zoals deze zijn uitgewerkt in de Nota van wijziging 14 maart 2017.

Wat is de inhoud van de Nota van wijziging 14 maart 2017?

  1. Termijn voor de betaling van de kosten levensonderhoud is maximaal de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar.
  2. Van het maximum termijn wordt afgeweken indien de kinderen de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt; de bijdrage in kosten levensonderhoud zal dan eindigen indien het jongste kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.
  3. Einde van de bijdrage in levensonderhoud wordt eveneens bereikt indien de alimentatieplichtige de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
  4. Heeft het huwelijk langer dan 15 jaar geduurd én is de leeftijd van de ontvangende partij 10 jaar lager is dan de AOW gerechtigde leeftijd, dan vervalt de verplichting tot betaling op de datum dat de alimentatiegerechtigde de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
  5. Indexering van de uitkering is komen te vervallen.
  6. Wijziging in artikel 160 is de zogenaamde proefsamenleving van de alimentatiegerechtigde. Wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat dan wel samenleeft als zijnde gehuwd vervalt de betalingsplicht. Indien de alimentatiegerechtigde binnen zes maanden de samenleving beëindigd, zal de betalingsverplichting herleven. Indien de alimentatiegerechtigde schriftelijk heeft aangegeven het voornemen te hebben te gaan samenleven met het tijdstip waarop de samenleving zal aanvangen.
  7. In tegenstelling tot het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt niet langer rekening gehouden met de verdiencapaciteit van de alimentatiegerechtigde. Handhaving van de welstand ten tijde van het huwelijk blijft het uitgangspunt in het nieuwe wetsvoorstel. Als grondslag wordt het netto inkomen voor echtscheiding aangehouden.
  8. Wijziging van de hoogte van de partneralimentatie is alleen mogelijk indien partijen dit samen overeenkomen  of indien er een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule[1].
  9. In bijzondere situaties kan worden afgeweken van de berekeningssystematiek. Het is dan wel noodzakelijk dat die berekeningssystematiek duidelijk is en er niet te veel afwijkingen voor mogelijk zijn.

 

In aanvulling van het wetsvoorstel is een concept tekst Algemene Maatregel van Bestuur[2] opgesteld inzake partneralimentatie.

 

Behoefte

De behoefte aan een bijdrage in de kosten levensonderhoud wordt bepaald door de inkomens direct voorafgaand aan het tijdstip van de indiening van het verzoek tot echtscheiding. Deze inkomens worden verminderd met de (door ieder van de ouders) te dragen kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen en van de meerderjarige kinderen die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt en studeren.

Draagkracht

Voor het bepalen van de draagkracht zijn tabellen ontwikkeld. De draagkracht wordt vastgesteld op het inkomen ten tijde van het verzoek vaststelling of wijziging  van een uitkering tot levensonderhoud.

  1. Er zijn diverse tabellen opgesteld, tabellen waarbij wel of geen rekening wordt gehouden met een bijdrage in de kosten van woonlasten van de andere echtgenoot. Hierbij bedraagt de woonlast maximaal € 720,-  netto (inkomen tussen € 2.400 en € 2.700,-). Dat is in de periode dat het overgangsrecht van de eigenwoningregeling nog van toepassing is circa € 1.200,- bruto.
  2. De draagkracht wordt ook verlaagd met de bijdrage in kosten van het levensonderhoud van de kinderen.

 

Ik heb hierbij de volgende vragen:

  • In hoeverre rekening wordt gehouden met een inkomen van de alimentatiegerechtigde is mij niet duidelijk.
  • Wordt er rekening gehouden in de bijdrage in de bruto woonlasten en wat als deze woonlasten niet langer aftrekbaar zijn ivm het overgangsrecht eigen woningregeling?
  • Wordt in dat inkomen rekening gehouden met het te ontvangen kindgebondenbudget?
  • In het voorstel is ook opgenomen dat rekening kan worden gehouden met noodzakelijk lasten. Een punt van discussie, wat is noodzakelijk?
  • Daarbij mis ik ook de zogenaamde jusvergelijking, wat als door de draagkracht de alimentatiegerechtigde een hoger besteedbaar inkomen heeft dan de alimentatieplichtige?

Het zou inderdaad eenvoudiger zijn om alles van een tabel af te lezen maar welke situatie sluit aan bij een tabel?

Duidelijk is en blijft dat het altijd heel prettig is als afspraken worden gemaakt door overleg met elkaar. Het is dan ook belangrijk dat deze afspraak op een, fiscaal en juridische, manier juist worden vastgelegd zodat de belastingdienst deze afspraken ook accepteert en partijen niet voor een fiscale verrassing komen te staan nadat een aangifte is gedaan.

De wetgeving en rechtspraak is een vangnet voor partijen die er niet samen kunnen uitkomen. Dat daarvoor een richtlijn aanwezig is, is prettig. Helaas is het zo dat een advocaat behoorlijk wat invloed kan hebben op het invullen van deze richtlijnen en partijen ook afhankelijk zijn van de kennis van de Rechters. In de huidige en de voorgestelde wetgeving.

 

 

 

 

 

 

 

[1] Hardheidsclausule is een mogelijkheid om af te wijken van het dwingend recht.

[2] Een Algemene Maatregel van Bestuur is een uitvoeringsbesluit dat bij een Wet hoort. 

Reacties

Reageer

(Je e-mailadres hebben we wel nodig, maar wordt niet gepubliceerd.)
Je naam:
E-mailadres:
Website:
Je reactie:


2 maal 5
Voer het resultaat in a.u.b.

Meer artikelen in deze categorie

28
juli
2021

Verdeling overwaarde gemeenschappelijke woning na verrekening van inbreng uit privévermogen.

In de praktijk komt het vaak voor dat partijen ongehuwd samenwonend zijn en een woning in gemeenschappelijk eigendom hebben.
Daarbij zie ik ook regelmatig een investering in de gemeenschappelijke woning uit privévermogen. Het blijft vaak onduidelijk voor partijen. Hoe om te gaan met deze investeringen?
En, niet in deze uitspraak van toepassing, hoe om te gaan met een structurele bijdrage in de hypotheeklasten van een woning welke in eigendom is bij een van de partijen en de woning niet onder het gemeenschappelijk eigendom valt.
11
febr
2020

Partneralimentatie: Een tijdelijk financieel vangnet

In mijn praktijk als mediator met een financieel/fiscale achtergrond wordt veel over Euro’s gesproken. Geld is een belangrijk onderwerp bij scheiding. Onzekerheid is daarbij een belangrijke drijfveer; kom ik wel rond met hetgeen ik meekrijg of kom ik wel rond als ik dat allemaal moet betalen in het kader van levensonderhoud kinderen of ex partner?
10
febr
2020

Erkenning en gezag over het kind, vaak ontstaat hier onduidelijkheid over.

In de praktijk zie ik veel stellen die niet gehuwd of geregistreerd partner zijn; samenwoners. Als deze samenwoners kinderen hebben is een vast onderwerp erkenning en het gezag over het kind.
Vaak wordt aangegeven dat alles is geregeld. Bij navraag blijkt dat het gezag nog niet is aangevraagd. Erkenning wordt wel geregeld maar het gezag? Dat wordt vaak vergeten. Het gezag aanvragen is tegenwoordig heel simpel en kan zelfs on-line. U heeft hier geen advocaat voor nodig.
Wat is het verschil tussen erkenning en gezag?
12
aug
2019

Behoefte van de jong meerderjarige; hoe bepaal je deze?

Het vaststellen van deze behoefte is in de praktijk lastig. Jong meerderjarigen zijn 18 tot 21-jarigen. Met name bij een scheiding is dit een bron van discussie. Wordt rekening gehouden met de werkelijke kosten, wordt de WSF-norm gehanteerd of de NIBUD-tabellen? Het bepalen van de behoefte blijft maatwerk. Tijdens mediation is het mogelijk hier samen uit te komen.
13
juni
2019

Aftrekbeperking partneralimentatie wat kan dit voor gevolgen hebben?

De scheidingspraktijk blijft altijd in beweging. In december 2018 werd het belastingplan aangenomen in de Eerste Kamer. Een regeling met gevolgen voor partijen na scheiding.
Recent is de herziening in de partneralimentatie aangenomen in de Eerste Kamer. Een beperking in de looptijd van de partneralimentatie.

 

14
jan
2019

Aanpassing behoefte tabel kinderen in tremanormen geeft verlaging van de kinderalimentatie

Voorstel Wet Herziening Partneralimentatie wordt spoedig door de Eerste Kamer behandeld. Het streven is deze wetgeving per januari 2020 in te laten gaan.
Per januari 2019 zijn de tremanormen aangepast. Daar wordt weinig over geschreven terwijl dit toch een behoorlijke impact kan hebben.
16
aug
2018

Hogere BTW en aanpassing inkomstenbelasting; wat zijn de gevolgen voor de koopkracht?

In onze praktijk komt de vraag meestal in verband met de partneralimentatie. De betalende partij geeft aan dat de alimentatie omlaag kan omdat de aftrek wordt beperkt. De ontvangende partij geeft aan dat de behoefte hoger wordt omdat de boodschappen duurder worden. 

Zeker na het artikel op nos.nl waarin de kop duidelijk is en veel onrust teweeg brengt; ‘Hogere BTW kost huishoudens volgend jaar 300 euro extra’. Jammer dat er dan met een zin in het artikel aandacht wordt besteed aan de overige aanpassingen waardoor de koopkracht wel vooruit gaat.

02
aug
2018

Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning

Het blijft een item dat niet genoeg besproken kan worden. Het gaat nog steeds regelmatig niet goed. De belastingdienst neemt een standpunt in waar geen rekening mee wordt gehouden. Dat kan worden voorkomen door het convenant op een juiste manier op te stellen. De belastingdienst ziet te vaak dat belastingplichtigen zich hier niet voldoende bewust van zijn; en adviseurs van belastingplichtigen ten tijde van de scheiding ook niet! 

30
juni
2018

Wordt de wetgeving inzake aanpassing duur partneralimentatie nu echt aangepast?

Woensdag 27 juni 2018 is het gewijzigd Wetsvoorstel herziening partneralimentatie behandeld. De politieke partijen hebben hun standpunten en vragen besproken. Voor meer informatie hierover zie: Plenair verslag tweede kamer. Op een nader te bepalen moment zal deze discussie worden hervat. De initiatiefnemers hebben hierdoor de mogelijkheid om hun reactie voor te bereiden. En een onderbouwd antwoord geven op de vragen vanuit de kamer.